Zelf vloerverwarming installeren is makkelijker dan je denkt. Zo spaar je flink wat geld uit. Om kostelijke fouten te vermijden, houd je best rekening met deze nuttige tips.
Plaats eerst vloerisolatie
Om warmteverliezen te voorkomen moet je eerst vloerisolatie plaatsen. Dat kunnen harde platen zijn, of gespoten PUR. Beide oplossingen hebben hun voor- en nadelen. Isolatieplaten kan je makkelijk zelf plaatsen, terwijl je de spuitwerken moet overlaten aan een specialist. Deze laatste optie zorgt wel voor een betere dekking, omdat het schuim zich in elk hoekje wringt.
Goed om te weten: er bestaan ook geïsoleerde noppenplaten voor vloerverwarming. Die vereenvoudigen de installatie. Ze zijn een uitstekende oplossing voor renovatieprojecten en bestaande gebouwen.
Beperk kringen tot 100 meter
Een vloerverwarmingssysteem bestaat uit meerdere leidingen. Elk van deze kringen mag max. 100 meter lang zijn. Hier zijn verschillende redenen voor. Bij een groot verschil in lengten kunnen doorstroomproblemen ontstaan. Moest je extreem lange leidingen leggen, bijvoorbeeld van 150 of 200 meter, dan zou de efficiëntie van je vloerverwarming dalen.
PS: deze limiet is van toepassing op hydraulische systemen (met water). Er bestaat ook elektrische vloerverwarming. Hiervoor zijn er andere technische eisen.
Maak een legplan
Rekening houdend met de maximumlengte van 100 meter per kring, kan je best een legplan maken voordat je met de installatie begint. Op deze manier weet je perfect hoeveel kringen je nodig hebt (wat belangrijk is voor de grootte van de collectoren), waar ze komen en welke lengte ze hebben.
Je kan dit legplan zelf maken of laten opmaken door een specialist.
Vermijd knikken
Bij het leggen van vloerverwarmingsbuizen volg je het slakkenpatroon. In de eerste helft van de kring werk je van buiten naar binnen en in de tweede helft van binnen opnieuw naar buiten. In het midden moet je dus een scherpe bocht maken. Doe dit voorzichtig. Knikken in de buis kunnen lekken veroorzaken.
Test je vloerverwarming
Op je vloerverwarming komt een laag chape. Van zodra de chapewerken zijn uitgevoerd, kan je geen wijzigingen meer uitvoeren aan de leidingen. Daarom raad ik aan om de volledige installatie te testen door middel van een druktest. Dit laat je toe om eventuele lekken op te sporen en te herstellen voordat het te laat is.
Voorzie ontkoppelingsmatten
Ga je de vloerverwarming combineren met tegels? Dan moet je ontkoppelingsmatten plaatsen. Ze ontkoppelen de tegels van de ondergrond. Dit vermindert horizontale spanningen, terwijl de drukbelasting verticaal t.o.v. het tegeloppervlak aan de ondergrond wordt doorgegeven. Anders ontstaan er misschien barsten.
Plaats je geen ontkoppelingsmatten, maar wil je wel beschermt zijn tegen eventuele waterschade?
Je kan waterdichtingsdoek bij Storax bestellen of een bouwmarkt in de buurt. Breng de mat aan met een dunbedmortel, strijk alles glad aan en voorkom dat stroken elkaar overlappen.
Start de vloerverwarming stapsgewijs op
Heb je je vloerverwarming zelf geplaatst? Proficiat! Maar let erop dat je niet meteen de maximumtemperatuur instelt. Je kan de vloerverwarming best in gebruik nemen door water van 20 °C te laten circuleren en daarna iedere dag de temperatuur met 1,5 °C te verhogen tot je een watertemperatuur van 40 °C.
Hiervoor moet trouwens de chape voldoende droog zijn. Reken 1 week droogtijd voor de eerste 5 centimeter dikte, en daarna 2 weken droogtijd voor elke centimeter hierbovenop.